ALLE STATIONS – HIER MV
Triootje
Weinig echt Veteranen gerelateerd nieuws deze periode. Ik ga er van uit dat in dit geval ‘geen nieuws, goed nieuws’ is. Overigens is Defensie wel wat vaker in het nieuws, al scoren we momenteel geen voorpagina koppen. Minder goed nieuws is het wederom vastlopen van CAO onderhandelingen voor Defensie personeel; en dat terwijl de CDS in zijn commanders intent juist aangeeft dat hij het belangrijk vind dat personeel een goed salaris en gunstige arbeidsvoorwaarden moet krijgen! Uit het Arbeidsvoorwaardenoverleg krijgen we echter te horen: “koopkrachtverbetering zit er eenvoudig weg niet in. De financiële ruimte die @Defensie heeft gekregen van het kabinet maakte dat onmogelijk.”
De afgelopen periode zijn er wel weer een aantal zaken die de aandacht voor Veteranen blijven benadrukken. In de troonrede gaf de Koning aan “Onze militairen verdienen steun en respect voor de belangrijke en moeilijke taak die zij vervullen”. Dit sluit natuurlijk naadloos aan op de inspanningen voor Erkenning, Waardering en Zorg zoals deze vast staan in de Veteranenwet en -nota. In mijn optiek gaat het met de Zorg voor veteranen en postactieven eigenlijk best wel goed. Natuurlijk zullen er nog steeds schrijnende gevallen zijn, maar over het algemeen hoor ik vooral positieve verhalen. Ik ben dan ook blij dat er meer en meer aandacht uit gaat naar Erkenning en Waardering. Dan hebben we het namelijk over aandacht voor hen die ons land gediend hebben, waarbij met name na een aantal jaren die aandacht meer en meer nodig blijkt. De vraag is natuurlijk of aandacht door middel van een veteranenspeldje de juiste snaar raakt. Hadden we niet al een veteranenspeld? Maar eigenlijk is dat niet eens de vraag natuurlijk; het feit dat men iets doet is alweer genoeg. Hetzelfde geldt voor anjerveldjes. Voor de mannen en vrouwen die ‘pakhembeet’ in de leeftijdsgroep 25-35 zitten zal dit niet echt de meest warme gevoelens opleveren. En om het eerlijk te zeggen, als ik de bedragen in de Defensiebegroting 2022 zie voor Erkenning en Waardering (€9,2 miljoen) zie ik het nog niet helemaal terugvloeien naar de doelgroep. Maar goed, in diezelfde Defensiebegroting lees ik: “Defensie heeft een bijzondere zorgplicht voor veteranen. Met het oog hierop wordt in 2022 onder meer verder gewerkt aan het vormgeven van een modern stelsel van uitkeringen en voorzieningen voor de veteraan, gericht op maatschappelijke participatie en re-integratie, en worden maatregelen genomen om de transitie van de veteraan van Defensie naar de civiele maatschappij te verbeteren. Ook staan thema’s als de invloed van technische ontwikkelingen op de Veteranenstatus en de positie van «de jonge veteraan» op de rol om te worden uitgewerkt.” Dat stemt toch hoopvol in mijn optiek!
In de toespraak van de CDS vraagt hij om mee te denken en open te staan voor nieuwe concepten. Geen probleem denk ik, al lees ik ook een trend naar een krijgsmacht die er compleet anders uit ziet. Het lijkt erop alsof steeds meer mensen vervangen worden door technologie. Dreigingen spelen zich af in meerdere domeinen. Maar moeten al die dreigingen dan ook door Defensie worden bestreden? Of zijn sommige van die dreigingen voor rekening van andere spelers zoals Justitie, etc? Schaalbare eenheden, informatiegestuurd werken, flexibele operators, kleine zelfstandige teams die lange tijd zelfstandig kunnen opereren? Allemaal mooie kreten, maar volgens mij zijn de afgelopen decennia alle inzetten vooral gedaan door veel personeel. En ja, die waren allemaal zonder uitzondering flexibel. Of het nu zandzakken vullen in Limburg is, of patrouilleren in een ver land, het betreft toch altijd vooral ‘boots on the ground’. Dat wil niet zeggen dat we het informatiedomein, cyber, space en al die andere zaken niet ook moeten blijven ontwikkelen maar ik zie een trend die straks uitdraait op een veel kleinere krijgsmacht, die een nog grotere wissel trekt op het dan veel kleinere personeelsbestand. Of gaan we dan geen hulp meer bieden bij een overstroming of varkenspest?
Wat ook veel aandacht krijgt, en trekt, zijn de uitspraken over gender, diversiteit en inclusiviteit. In het kader van een defensiebrede cultuurverandering wordt gesproken over vrouwenquota, verplichte lessen, etc. In mijn optiek staat dit haaks op datgene wat veteranen en postactieven de afgelopen decennia op de mat hebben gelegd. In the green maakte het absoluut niet uit of je buddy van een andere sekse was, of een andere huidskleur had. Voor mensen in een overstroomde straat maakte het echt niet uit wat de seksuele voorkeur van de bestuurder van de viertonner was die zorgde dat je veilig op het droge kwam. Ik ben de laatste om te zeggen dat er geen aandacht voor moet zijn, maar dan niet specifiek binnen de krijgsmacht maar veel breder. Er zijn volgens mij wel andere domeinen waar dit wat meer aandacht mag hebben.
Voor die krijgsmacht geldt dat we ons inderdaad moeten bezinnen op wat we er mee moeten kunnen en willen uitvoeren. En daar dan bewuste keuzes in maken. Als we alleen maar ondersteunende diensten meer hebben slaan we de plank mis. Een luchtmacht zonder F35’s is niet voor te stellen. Een marine zonder schepen ook niet. Maar een landmacht bestaande uit kleine schaalbare eenheden, dus zonder brigades? Voor mij onbespreekbaar! En dan ook graag inrichten zodat slagkracht is gegarandeerd; vierkante eenheden, geïntegreerde combat support en combat service support. Af van de jarenlange, onder druk van de bezuinigingen opgelegde, centralisaties. Terug naar resultaat verantwoordelijke eenheden met hun eigen werving, selectie en opleidingscapaciteit.
Al met al een behoorlijk uitdaging voor Henk Kamp, Onno Eichelsheim en Gea van Craaikamp. Binnen dit trio toch alvast 33% vrouwenquotum gehaald! Waarbij trio dan niet verkeerd uitgelegd moet worden natuurlijk!
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!