Korpsdag
Op zaterdag 2 oktober vond de korpsdag van het korps Nationale Reserve plaats, waarbij een samengestelde groep van onze peloton namens de A-cie van 30 Natres meedeed aan de bij de dag horende landstormcup. Dat sommige groepen dit behoorlijk serieus namen, bleek wel uit het feit dat zij meerdere keren waren gaan oefenen.
Wij als groep hadden vooral het belang van leren, saamhorigheid en teamspirit voor ogen. Dit brachten we ook vanaf minuut één in de praktijk. Het was de eerste keer dat wij als groep samen werkten, dit was echter nauwelijks merkbaar. Vooruit, wellicht dat het tot uiting kwam in het feit dat er veel het overleg gezocht werd. Bij defensie heb je normaliter te maken met een duidelijke hiërarchie, die veel discussie eigenlijk al uitsluit. Uiteraard werd er na de eerste opdracht ook direct iets van gezegd door de aanwezige jury. Het was weliswaar zinvolle communicatie, die echt wel ondersteunend was aan het succesvol uitvoeren van de opdracht en toch. Het kan nooit kwaad om eens stil te staan bij wie zegt wat op welk moment en waarom. Voegt de inbreng van eenieder echt iets toe of zit er veel bij wat gezegd wordt, omdat de spreker zichzelf graag hoort praten.
Bij defensie, ook bij de Natres, valt dit gelukkig best mee.
Het deed me stil staan bij de burgermaatschappij, waar veel mensen het tegenwoordig tot kunst verheven hebben om voortdurend maar in overleg te zijn, altijd maar te praten. Waarbij het niet altijd het einddoel is dat voorop staat, maar de vraag wiens mening het zwaarste weegt (wie het hardste praat heeft gelijk).
In de burgermaatschappij is die tijd er ook blijkbaar, om eindeloos te praten. Bij de krijgsmacht heb je te maken met het gegeven dat iedere minuut (seconde) telt.
Stel je voor dat tijdens een militaire operatie de zaken onverhoopt niet gaan zoals gepland en het uitvoerend commando gaat eerst eens even debatteren over hoe ze dan misschien dan toch kunnen zorgen voor a. een tactiek om de overhand terug te krijgen of b. de operatie op dat moment afbreken, om op een later moment sterker terug te slaan. Waarbij toch iedereen die maar enigszins betrokken is diens zegje moet doen, want stel je toch eens voor dat er een egootje over geslagen wordt. Al pratend zou ‘the point of no return’ al snel bereikt zijn, waardoor er maar een optie zou over blijven. Namelijk de minst wenselijke. Een ongecoördineerde evacuatie uit het gebied zou zomaar verkeerd af kunnen lopen.
Communicatie blijft een dingetje. Wij leren onze kinderen dat ze moeten communiceren, echter in een wereld met toenemende communicatie mogelijkheden is de juiste vorm wel eens lastig. Hoe zorg je dat de boodschap overkomt en dan ook nog eens zodanig dat de ontvanger(s) begrijpen wat er (niet) verwacht wordt. Helemaal lastig wordt het dus als mensen zaken gaan communiceren, die zij helemaal niet hadden moeten communiceren of die feitelijk incorrect zijn. Natuurlijk, een obligaat excuusje is in een dergelijk geval snel gemaakt, maar het lastige met woorden is dat als ze eenmaal gesproken zijn, je ze niet meer zomaar ongedaan maakt.
Als in het geval van de eerder genoemde hypothetische militaire operatie er mensen waren achter gebleven en iemand die zijdelings betrokken was zou roepen dat er nog honderdduizend mensen in veiligheid gebracht moesten worden. Je kunt je alleen maar voorstellen wat voor een paniek en onrust dit zou geven.
Wat dat betreft is het prettig om te horen dat er een nieuwe bestuurscultuur zijn intrede gedaan heeft in ons land. Zodra dit doorgesijpeld is in alle lagen van de bevolking, kent iedereen opeens alle do’s en dont’s van communicatie en is dit tenminste geen issue meer. Praat niemand meer voor de beurt en dan lopen mensen ook niet meer met ‘geheime informatie’ openlijk opgeschreven op een A4-tje de vergaderzaal uit. Geruststellende gedachte.
Terug kerend naar de Landstrijdcup. Deelnemende groepen moesten eigenlijk bestaan uit 10 personen. Ik zal over de wijze van communicatie niet teveel uitweiden, maar op het laatste moment kregen wij onverwacht te maken met een afvaller. Het maakte de uitdaging er niet minder om. Temeer omdat we op sommige onderdelen dus niet de maximale score konden scoren. Naarmate de dag vorderde, was onze groepscommandant wel steeds meer in charge, wat resulteerde in mooie resultaten op veel onderdelen. Met een uiteindelijk 9e plaats waren we dan ook meer dan tevreden.
Al schrijvend aan deze blog, vroeg ik me af of ik nog moest refereren aan het feit dat de reservisten van een bepaald bataljon schijnbaar niet mee gekregen had dat we bij defensie zoiets kennen als eenheid van tenue, maar nee. Dat ga ik niet doen. Je moet tenslotte niet over alles willen communiceren.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!