Partizanen aan de Schelde

Partizanen aan de Schelde
Het verzet in Vlissingen tijdens de Tweede Wereldoorlog
In ‘Partizanen aan de Schelde’ verhaalt John Brosens over het Zeeuwse verzet. Over de Vlissingse illegaliteit in de Tweede Wereldoorlog is weinig bekend. De hoofdrolspelers deden er na 1944 vooral het zwijgen toe. In samenwerking met de Stichting Oorlogsverleden Vlissingen ontrafelde John Brosens de ware gang van zaken. Hij sprak met de nazaten van verzetsleiders als Willem Poppe en Frans van Sabben en reconstrueerde de geschiedenis van het verzet in Vlissingen aan de hand van deze interviews en originele documenten. ‘Partizanen aan de Schelde’ van John Brosens is een spannend en waargebeurd oorlogsverhaal over moed, angst en intrige.

John, Partizanen aan de Schelde klinkt als een intrigerend boek. Een mooi verhaal om aan te werken ook. Kun je hier iets meer over vertellen?

Het project kwam naar mij toe. Jaap Ventevogel, de voorzitter van de Stichting Oorlogsjaren Vlissingen, had ‘Sprong naar het duister’ gelezen en informeerde of ik belangstelling had ‘iets te doen’ met het Vlissings verzet ’40-’44 – als geboren en getogen Vlissinger. Nu wilde het toeval dat ik als scholier ooit een lezing had bijgewoond van Willem Poppe, gedecoreerd oud-verzetsman en toen juist ex-wethouder. Een fragment daarvan is me steeds bijgebleven: hoe de buit van een overval onder een zeiltje met een bakfiets tijdens spertijd in veiligheid werd gebracht. Onder begeleiding van een ‘gkede’ agent. Het kostte me geen moeite ‘ja’ te zeggen tegen Jaap.
Er waren weinig gegevens; eigenlijk alleen een verslag dat Poppe halverwege de jaren 50 schreef, op verzoek van burgemeester Kolff. Krantenartikelen waren er wel, maar die putten uit dat verslag en maakten er een repeterend praatje van. Een hernieuwd bezoek aan het NIOD leverde meer op, bijv een uitvoerig verslag van Carel van Woelderen, de door de bezetter ontslagen burgemeester van Vlissingen die nota bene vanuit zijn onderduikadres als een spin in het web het Zeeuws verzet bleek aan te sturen. Deels spoorde dat met het verslag van Poppe, maar op veel onderdelen week het daarvan af. Hij schetste ook het bredere kader; heel verhelderend waren bijvoorbeeld de lijntjes naar de OD en de Groep Albrecht.
Interviews met zoons van Poppe en Van Sabben – zij waren de sleutelfiguren – bracht weinig nieuws. De helden zwegen ook in de huiselijke kring. Maar het hielp om hen vlees op de botten te geven als hoofdrolspelers in een roman.
Heel leuke bijvangst was informatie over Van Nahuys, politie-inspecteur met professionele contacten binnen Duitse politie en Kriegsmarine. Hetzelfde geldt voor de scholier Wim Mazzola, waarover ik zo een spannende jeugdroman zou kunnen schrijven. Ik heb contact met zijn dochter. Wim is helaas niet oud geworden.
Ik ontdekte dat Callenfels, de NSB-burgemeester van Vlissingen met de bijnaam Piet Surrogaat moeiteloos het complete verzet had kunnen (laten) oprollen. Hij heeft dat niet gedaan.

De helden van het Vlissings verzet waren wars van heldendom. Ze deden wat ze vonden dat ze moesten doen. Ze werkten met schuilnamen, maakten geen foto’s met helmen op en karabijnen aan de schouder – ook niet na afloop.
Ze hadden allen een eigen achtergrond, een eigen verhaal, maar wat hen met elkaar verbond was dat zij zich ondanks gevaar voor eigen leven en dat van hun naasten, inzetten voor de strijd om onze vrijheid.

‘Partizanen aan de Schelde’ ligt vanaf 30 maart in de boekwinkel en is (ook als ebook) te koop bij diverse online boekwinkels.
Paperback, 304 pagina’s, prijs € 21,99 (ebook € 11,99)
ISBN 978940 191 7513