Als vrede je missie is
Mineke de Vries schreef met ‘Als vrede je missie is’ een boek waarin verschillende veteranen aan het woord komen over hun missie(s) en de psychische gevolgen daarvan. Over het traject van hulpverlening en de mogelijkheid hun leven op te pakken, of juist niet. ‘De trotse veteraan’ ging met haar in gesprek.
Het boek bleek bij toeval op haar pad te zijn gekomen. Mineke: ‘Ik ben bezig met een ander boek, maar bij een reünie van de basisschool raakte ik in gesprek met een oud-klasgenoot, Jos Schoeman, een Libanonveteraan. Hij begon te vertellen over zijn vroegere maten, over de problemen waar ze tegen aan liepen, het onbegrip. Over de jongens van zijn missie die zelfmoord hadden gepleegd. Maar hij vertelde ook over de schrijnende gevallen die hij als nuldelijner tegenkwam over moeizame hulpverleningstrajecten en de consequenties daarvan. Ik luisterde verbijsterd naar de verhalen, we spraken er niet veel later nog eens over door. Hij wilde meer aandacht voor deze problematiek, die naar zijn idee te onderbelicht was. Bovendien zou het herkennen van klachten anderen kunnen helpen om eerder hulp te zoeken. Zijn ideeën kwamen samen met mijn journalistieke doelstellingen: schrijven over achtergronden en het aansnijden van en duiken in pijnlijke en onderbelichte onderwerpen.
Zo ontstond het idee voor dit boek. In eerste instantie zou het over een veteraan gaan, maar al snel kwam ik tot de conclusie dat het veel krachtiger zou zijn om de verhalen van meerdere veteranen op te tekenen. Meer verhalen, diverse achtergronden samen in een bundel, opgetekend door een ‘een buitenstaander’, zou naar mijn idee wellicht zeker voor burgers een duidelijk beeld afgeven. Zo voorkom je dat mensen kunnen denken dat het wel aan die ene veteraan ligt. Het boek is daarmee ook een kritische noot, een oproep aan ons allen: realiseren we ons wel wat het deelnemen aan een missie met mensen kan doen? Toen ik een opzet had, waarbij ik ook de hulpverlening aan het woord wilde laten komen, was een van de eerste dingen die ik heb gedaan contact opnemen met het Veteraneninstituut, met de vraag of zoiets er al was en of zij dachten dat hier behoefte aan was. Het antwoord was volmondig ja, de combinatie van verhalen van veteranen en hulpverleners bestond nog niet. Ik kreeg alle medewerking, op alle gebied. Omdat ik dit boek, als het er dan zou komen, wilde laten verschijnen in het jaar van 75 jaar vrijheid, besloot ik om de andere zaken waarmee ik bezig was op te schuiven en mij volledig op dit boek te richten.’
Watersnood
Het boek begint met een terugblik op haar vader. Als dienstplichtige zat zijn tijd er op 1 februari 1953 bijna op, toen de verschrikkelijke watersnoodramp zich voltrok. Net als vele andere dienstplichtigen werd hij uit bed getrommeld en zonder enige voorbereiding werden ze ingezet om te redden wat er te redden viel. Mineke: ‘Tijdens de reddingswerkzaamheden heeft hij dingen gezien, waarover hij maar zelden sprak. Dat begon natuurlijk al bij Defensie zelf, want nadat hij zijn laatste periode had uitgediend zwaaide hij zonder enige nazorg af. Er werd niet meer over gesproken. Het was vijftig jaar na dato dat hij werd uitgenodigd bij de herdenking. Hij kreeg een doos thuisgestuurd met informatie. Hij zat er verslagen mee aan tafel. Hij was teleurgesteld dat het zo lang had moeten duren, maar was ook blij met de erkenning. Dat erkenning een van de meest belangrijke dingen is, zeker als je beschadigd thuiskomst van een missie, begon ik steeds meer te begrijpen tijdens het proces van het schrijven van de verhalen van de veteranen.’
Hoewel de inzet van Defensie bij de Watersnoodramp nooit officieel is aangemerkt als missie, hebben de militairen zich wel degelijk ingezet voor het leven van mensen in nood. Als je in een dergelijke situatie hebt verkeerd is juist de nazorg zo belangrijk. Dit is bij Defensie in de loop van de tijd wel gegroeid, maar nog steeds is het niet voor iedere veteraan duidelijk waar ze precies terecht kunnen met klachten. De veteranen in ‘Als vrede je missie is’ vertellen daarover.
Kwetsbaarheid
Toen ze begon met schrijven kende ze de wereld van Defensie niet echt, maar als journalist is ze gewend zich in nieuwe werelden in te werken. ‘Het Veteraneninstituut heeft mij daarbij echt geholpen. Dankzij hen ben ik in contact gekomen met veel mensen die in het boek aan het woord komen. Al snel krijg je een sneeuwbaleffect en uiteindelijk gaat het om de kunst van het beperken. Hoewel je nooit volledig kunt zijn, geven de mensen die in het boek staan vanuit een heel andere achtergrond vanuit hun persoonlijke verhaal inzicht in de vele aspecten van psychische beschadiging en het herstelproces. Maar ook de hulpverleners, psychologen, psychiaters, mensen vanuit de daklozenopvang, de nuldelijners, maatschappelijk werkers hebben geholpen om een vollediger beeld neer te zetten. Er komen diverse behandelmethoden aan bod, maar er wordt bijvoorbeeld ook aangetoond dat PTSS letterlijk zichtbaar is in de hersenen. Het geeft wel aan dat blootgesteld worden aan buitensporige stress je erg kan veranderen.’
Zoals gezegd was ze in het begin nog een buitenstaander en wist nog niet echt wat ze kon verwachten. Tot het moment dat ze met de veteranen in gesprek ging. Vanaf het begin heeft de openheid haar geraakt. Mineke: ‘Het waren mooie ontmoetingen, waarbij ik veel respect had voor de kwetsbaarheid, maar ook voor het onvoorwaardelijke vertrouwen. Het waren indringende, eerlijke gesprekken over stoere missies enerzijds en pijn en eenzaamheid anderzijds. Over opklimmen of niet. Tijdens de gesprekken kwamen pijnlijke herinneringen boven, er waren herbelevingen, er vloeiden tranen, er vielen stiltes. Maar iedereen wilde zijn of haar verhaal delen. Enerzijds vanwege de erkenning dat hun verhaal werd gehoord, anderzijds om anderen ermee te helpen, het gevoel te geven dat ze niet alleen zijn als ze problemen ervaren. Na elk gesprek was ik aangedaan, vaak ook treurig. Ik hoorde zoveel dingen die me diep raakten. Ik reed soms terug met een brok in mijn keel omdat de uitzichtloosheid zo groot was. Geen samenwerking tussen instanties, mensen die vastzaten. Ik voelde die machteloosheid.’
In de acht maanden dat Mineke aan het boek werkte, vatte ze de emoties samen in woorden. Het maakte haar geregeld ook onzeker. ‘Ik was de hele winter maar aan het schrijven. Ik hoorde zoveel problemen, maar ik kon niets doen, behalve schrijven. Ik wilde concreet iets betekenen, maar deed ik dat nu op deze manier?’
Presentatie
Het boek verscheen rond Veteranendag, de dag voor de erkenning van de veteraan en de officiële presentatie was bij De Basis. De bijeenkomst zou in eerste instantie buiten worden gehouden, maar door de weersomstandigheden nam de Basis het Atrium voor deze gelegenheid weer in gebruik sinds de Corona uitbraak. Vrijwel alle veteranen die aan het boek mee werkten waren aanwezig. ‘Het was mijn wens om iedereen samen te hebben, deze mensen waren opeens verenigd in een boek. Van die groep kende het merendeel elkaar niet, maar je zag al snel dat het een geheel vormde, dat er herkenning was en er werden nieuwe contacten gelegd.’
Ook waren aanwezig de Inspecteur-Generaal der Krijgsmacht, Frank van Sprang, en een vertegenwoordiger van de Veteranenombudsman. Daarnaast diverse mensen van de drie sponsors: de Invictus Games, het Veteraneninstituut en het Nationaal Katholiek Thuisfront. Een deelnemer van de Invictus Games bood het boek aan aan Mart de Kruif, iemand van het thuisfront aan Thim Vernooij van het Katholiek Thuisfront en Ron Deelen, maatschappelijk werker aan Ludy de Vos van het Veteraneninstituut. Ludy de Vos gaf in zijn toespraak aan dat hij het boek tot diep in de nacht in een keer had uitgelezen en heel erg blij was dat deze verhalen op deze manier waren opgetekend. Mineke: ‘De bijeenkomst maar ook de tijd erna bevestigde me dat het schrijven zinvol was geweest. De geïnterviewde veteranen zijn trots dat hun verhaal in de bundel staat, maar daarnaast doet het wat met anderen, wat onze bedoeling was. De inzet voor de vrede en het welzijn is wederom hun missie, hun verhalen kunnen daadwerkelijk anderen helpen. Veel mensen zijn ons dankbaar voor het vertellen van de verhalen, vinden de herkenning die ze nodig hadden. Pas wilde een jonge vrouw het boek persoonlijk komen ophalen. Haar man had jaren met zijn PTSS geworsteld, terwijl zij het gezin draaiende hield. Juist toen haar man was gaan opkrabbelen, was zij zelf ingestort. Ze zat huilend bij me op de bank en bedankte ons voor dit boek, ze was ons dankbaar dat ook haar verdriet werd erkend. Het zien wat ‘Als vrede je missie is’ met mensen doet, heeft mij de erkenning gegeven dat onze inzet zin heeft gehad. En ik ben de veteranen bijzonder dankbaar voor hun openheid, dat ze zich zo kwetsbaar op durfden stellen en ook voor de samenwerking met verschillende instanties.
In de veteranenwereld gaat het al rond, maar Mineke hoopt dat het boek ook in de samenleving zijn weg vindt. ‘Je hoort en leest vaak dat veteranen negatief in het nieuws komen. Dat er sprake is van ongewenst gedrag. Dan is er al snel het oordeel, het onbegrip. Ik heb de hoop dat het boek kan werken als eye opener. Dat mensen meer begrip zullen krijgen voor de problematiek van militairen die hun leven in dienst stelden van de vrede en veiligheid van de ander.’