Bert van Hedel
Bert van Hedel is 67 jaar, woon samen met zijn, vrouw Mariette in Kruiningen en ging in 2010 na een carrière om trots op te zijn met FLO.
In ’73 kwam ik als 20 jarige op bij de Koninklijke Marechaussee, dat destijds nog deel uitmaakte van de Koninklijke Landmacht. Was een mooie tijd. Ik was opsporingsambtenaar geplaatst op de Brigade Uden in Noord Brabant, was weinig op de brigade, maar zat die eerste jaren vooral op mijn dienstmotor. Vanwege beperkte doorgroeimogelijkheden ben ik in 1980, zoals veel maten destijds, gaan rondkijken naar iets anders.
Er kwam een vacature vrij bij de KLU, waar ik heb gediend tot en met 2006.
Bij de KLU gaf ik vanaf 1980 instructie aan dienstplichtige militairen op de LIMOS te Nijmegen, in 1983 de militaire opleiding aan KVV officieren op de LUOS Vliegbasis Gilze Rijen in 1985 de militaire opleiding aan vliegers in opleiding Vliegbasis Woensdrecht. Poten terug in de klei en leren waarderen wat moeder aarde te bieden heeft. Daarna pas vliegen.
Tot ’95 ben ik als instructeur werkzaam gebleven, daarna verhuisde ik naar de KMA, waar ik begon als OPC. Later ben ik nog tijdelijk Wnd PC geweest en ben er geëindigd als Squadronadjudant.
In 2007 teruggekeerd naar de Koninklijke Marechaussee als stafadjudant geplaatst op de Brigade Scheldestromen.
In 2002 werd me gevraagd om deel te nemen aan een missie. Als Quator Master nam ik deel aan SFOR/CONTCO in voormalig Joegoslavië en was gelegerd in Banja Luka.
In 2006/2007 was ik Teamleider LOT van team Bosnië.
Met deze eenheid nam ik in 2009 als Contingents adjudant 2009 deel aan ISAF in Afghanistan.
In 2010 ben ik met FLO (Functioneel leeftijdsontslag) gegaan.
Mis je het werken voor Defensie?
Ja zeker, ik mis het nog steeds. Je hebt in dienst een bepaalde kameraadschap, begrip. Het is bijna een soort van familiegevoel. Je weet wat je aan elkaar hebt en kunt elkaar vertrouwen. Ook met gasten van vroeger. Als je elkaar lang niet zien is het daarna goed en praat je gewoon weer verder. Er zijn bepaalde normen en waarden bij Defensie die je in de burgermaatschappij niet tegen komt.
Wat was voor jou de reden om bij defensie te gaan?
Toch vooral vanwege het avontuur, omdat het me spannend leek. Ik heb een hoop gedaan, hoop gezien. De wereld gezien. Dus dat is wel uitgekomen.
Wat betekent het voor jou om veteraan te zijn?
In het begin helemaal niets. Nu veel. Ik ben trots op wat ik heb gedaan, dat ik mijzelf veteraan mag noemen. Trots om Nederlander te zijn ook.
Heb je het vaak over je veteraan zijn? Dat wil zeggen, met niet militairen/veteranen.
Eigenlijk niet. Vaak heb je toch het gevoel dat het begrip er niet is. Bij het woord veteraan denken mensen over het algemeen aan de oudere veteranen die mee vochten tijdens WOII.
Wat is het meest bijzondere dat je tijdens missie hebt mee gemaakt?
Te veel om op te noemen.
Tijdens mijn eerste missie trof ik in Banja Luka een ouwe maat van de KMar aan waarmee ik regelmatig mee ging voor het begeleiden van pantservoertuigen , daar heb ik zaken gezien die mij echt de ogen deden openen voor de oorlog die er gewoed heeft. De gruwelijke werkelijkheid van oorlog. Kapot geschoten huizen. Plaatsen waar nog maar drie mensen woonden, omdat de rest was afgevoerd en vermoord.
Tijdens mij 2e uitzending deelde ik een huis met negen anderen in het midden van het dorp. De eerste dagen gingen we nog gewapend op pad, maar al snel lieten we de wapens achter op de compound. Wat hier opviel was de gastvrijheid van de mensen. Je ging bij mensen langs om met hen te praten, maar vooral om te luisteren en ze gaven je het laatste wat ze hadden. Ze hadden echt de instelling dat wij ook kinderen van iemand waren en dat wij naar hun land gekomen waren om te helpen de vrede te bewaken, dus zij moesten voor ons zorgen. Was heel bijzonder om te zien.
De laatste uitzending was een soort van nekbreker. Daar heb ik zaken doorstaan, dingen gezien die ik moeilijk kon verwerken. Stond ik de ene dag nog met iemand te praten, die de volgende dag werd afgevoerd in een kist. Amerikanen, Canadezen. Het zijn beelden die nog steeds op mijn netvlies staan en ervoor gezorgd hebben dat ik PTSS ontwikkelde en door een vreselijk diep dal ben gegaan, voor ik weer opknapte. Uiteindelijk ben ik in Engeland in behandeling gegaan voor mijn klachten en daar hebben ze me echt geholpen. Het doet nog steeds pijn, maar ik kan er nu mee leven.
Wat heb je aan je diensttijd over gehouden?
Acht hele slechte jaren. Een veteraan mist de hulp om te verwerken wat hij mee gemaakt. Maar ook broederschap, levenservaring en meer begrip voor de medemens.
Zou je mensen desondanks aanraden om bij defensie te gaan?
Ja, meteen. Nu achteraf kan ik gewoon zeggen dat ik een mooie tijd heb gehad, waarbij ik veel heb gezien en beleefd. Ik ben trots dat ik gediend heb en ik ben trots dat ik mijzelf veteraan mag noemen.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!