Ondanks alles altijd groen gebleven
Veteranen
‘Ik hou niet van militairen, want ik ben tegen oorlog.’ Of wat te denken van: ‘Heb je wel eens iemand dood geschoten?’ Het zijn reacties die veteranen te horen krijgen als ter sprake komt dat ze militair zijn (geweest).
Dit soort denkbeelden lijkt te impliceren dat er militairen gezien worden als potentiële moordenaars. Alsof mensen die door defensie kiezen niet kunnen wachten tot het moment dat ze hun eindeloze agressie kunnen botvieren.
Het doet onrecht aan de duizenden die door de eeuwen heen kozen voor een al dan niet tijdelijke loopbaan bij defensie.
De keuze voor het uniform is er een voor vrede en veiligheid, voorkomend uit de diepgewortelde wens om een steentje bij te dragen aan een veiligere wereld. Agressieve, schietgrage mensen passen daar niet bij. Sterker nog. Niet voor niets worden kandidaten voor defensie niet alleen lichamelijk gekeurd, maar is de psychologische keuring er een die minstens even zwaar weegt.
Een eveneens veel gehoorde reactie is: ‘Wauw, heb jij voor de Fancy gewerkt? Dat zou te maken kunnen hebben met de manier waarop wij (oud) militairen het woord defensie uitspreken. Maar dat terzijde.
Als de situatie erom vraagt, moet je als militair daadkrachtig op kunnen treden. Dat kan betekenen dat daar gepast geweld bij komt kijken. Als militair moet je erop kunnen rekenen dat je medemilitairen in actie zullen komen als dat nodig is.
Wat geen enkele militair nodig heeft is een labiele schietgrage gek naast zich. Vrede door converstatie is helaas niet altijd realistisch. Het is wel de weg die ten alle tijden de voorkeur geniet boven het gevecht.
Een groot aantal veteranen kampt met PTSS door meegemaakte oorlogsstress. Ook is er een groeiende groep veteranen die de rest van diens leven een ledemaat moet missen of zelfs rolstoelgebonden zal zijn.
Risico’s waarvan ze wisten dat ze die liepen, maar een offer gebracht in liefde voor het leven en de vrede.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!